Dorpskerk

De Dorpskerk van Oostvoorne is oorspronkelijk van vóór 1349. Bij de brand van 1607 zijn slechts delen van de muren blijven staan. De kerk is in 1627 herbouwd met steun van de Staten van Holland. De kerktoren kreeg toen zijn uivormige spits.

Tussen 1740 en 1770 vond modernisering van het interieur plaats: een preekstoel met omtuining en de thans nog resterende twee herenbanken (stijl Lodewijk XV), de beide psalmborden (stijl Lodewijk XVI) en de acht gebrandschilderde ramen uit 1744/1745 (gerestaureerd in 1908 en 1963).
De twee achterste ramen zijn in 2000 aangebracht. Toen werd ook het gerestaureerde Bätz-Friedrichs orgel – afkomstig uit de Haarlemse Bakenesserkerk – in gebruik genomen. In 1958 werden de banken vervangen door de huidige; zij bieden plaats aan ongeveer 200 kerkgangers.
Het kerkgebouw en de kerktoren zijn Rijksmonument; de consistorie uit 1861 heeft de status van gemeentelijk monument.

 

De geschiedenis van de Dorpskerk

Het dorp Oostvoorne had twee kerken ter beschikking; de kapel op de burcht en de parochiekerk in het dorp.
Voor de reformatie was de parochiekerk gewijd aan St. Lambrecht. Hoe het het gebouw er destijds uitzag is onbekend. De huidige kerk is een eenvoudig rechthoekig gebouw. In 1607 is het oude kerkgebouw afgebrand waarna een nieuwe sobere kerk zonder koor maar met een 'rechtgesloten' muur aan de oostzijde is gebouwd. In de 19e eeuw is de consistorie aangebouwd. Tegen de met een ui-vormige spits bekroonde toren bevindt zich aan de zuidzijde een halfronde traptoren.


Tot 1552 stond op de toren een gewone spits. Die werd in dat jaar afgebroken omdat ze bang waren dat, tijdens de oorlog (1552-1559) die Keizer Karel V met Frankrijk voerde, de spits als baken gebruikt zou kunnen worden. Herstel van de spits vond in 1559 plaats. Pas bij de herbouw van de kerk na de brand van 1607 is de karakteristieke uivormige spits op de toren geplaatst. 
Het interieur is grotendeels 18e eeuws. Het meest in het oog springend zijn de prachtige gebrandschilderde ramen. Acht ramen uit 1774/1775 en twee ramen uit 2000. 


Het doophek is in de Lodewijk XV stijl evenals de preekstoel die is voorzien van een koperen doopbekkenhouder en een houder voor de zandloper, in dezelfde stijl is er een lezenaar aan het doophek. Aan weerszijden staan kerkenraadsbanken uit dezelfde periode.
De oudste elementen in het interieur zijn de grafstenen die aan de oostkant achter het doophek te vinden zijn. (Het kerkinterieur)


Het Bätz-Friedrichsorgel
Dit orgel was in 1770 gemaakt voor de Doopsgezinde kerk van Haarlem door de beroemde orgelmaker Johann Heinrich Hartmann Bätz (1-1-1709 tot 13-12-1770). In het jaar 1807 werd het orgel uitgebreid door Johan Caspar Friedrichs uit Gouda. Door verschillende verhuizingen in Haarlem en achterblijvend onderhoud was het in zeer slechte staat toen het in 1998 door de Nederlandse Hervormde Gemeente te Oostvoorne werd aangekocht. De restauratie werd gedaan door Orgelmaker De Graaf uit Leusden. 

 Hij voltooide de restauratie in 2000. Inmiddels in staat dit orgel landelijk bekend als een van de best geslaagde restauraties van de laatste jaren. (Het Bätzorgel)